Creatief denken in de leerplannen van de artistieke vakken
In alle leerplannen van de artistieke vakken is er een leerplandoel opgenomen dat gaat over creatief denken. Dit doel is als volgt geformuleerd:
De leerlingen gebruiken diverse aangereikte strategieën die het creatief denken stimuleren.
Leerlingen maken in functie van het artistiek handelen gebruik van
De leerlingen gebruiken diverse aangereikte strategieën die het creatief denken stimuleren.
Leerlingen maken in functie van het artistiek handelen gebruik van
- strategieën voor divergent en convergent denken;
- variëren in en combineren van bouwstenen;
- werkwijzen om ideeën en inspiratie te verzamelen zoals verzamelen objecten, grafisch weergeven, documenteren …
Creativiteit en creatief denken - begripsomschrijving
Creativiteit betekent volgens ‘Van Dale’: scheppingsvermogen. Of nog: creativiteit is het vermogen om te creëren. (Etymologisch: creare (Latijn) = creëren). Creatief denken is dus scheppend denken.
Er bestaan ontzettend veel definities voor creativiteit en creatief denken. Een algemeen aanvaarde is er niet. Opvallend is dat de meeste definities voor creativiteit meteen de link naar het creatieve denkvermogen bevatten. De definities staan opgesomd zonder enige hiërarchie.
Hieronder staan enkele definities die peilen naar de essentie en handvatten reiken om het creatief denken van leerlingen te stimuleren.
Hieronder staan enkele definities die peilen naar de essentie en handvatten reiken om het creatief denken van leerlingen te stimuleren.
- “Creativiteit is de interactie tussen vaardigheden, proces en omgeving, waardoor een individu of groep een waarneembaar product maakt dat zowel nieuw als nuttig is binnen een bepaalde sociale context”. (Plucker, Beghetto & Dow, 2004)
- “Creativiteit is het vermogen waardoor men werk maakt dat zowel nieuw (zoals origineel, onverwacht) is als gepast (zoals nuttig, aangepast aan het doel).” (Robert Sternberg, Todd Lubart, 1995)
- “Creativiteit is het vermogen van een persoon om zijn/haar beschikbare kennis, informatie, signalen, feiten en of vaardigheden te reorganiseren om er nieuwe ideeën of bruikbare oplossingen me te genereren.” (Hsen-Hsing Ma, 2009)
- Creatief denken is het proces waarbij men ideeën genereert, synthetiseert, alternatieven zoekt, deze aanpast, vervangt en ten slotte uitwerkt. (Johnson, 2002)
- Creatief denken is het verbinden of associëren van aan elkaar vreemde contexten of geheugeninhouden waaraan nieuwe en nuttige betekenis wordt gegeven. (van der Kooij, 2013)
- “Creativiteit is het proces van het hebben van waardevolle originele ideeën.” (Ken Robinson)
- "Creativiteit is het vermogen om problemen en situaties op een nieuwe manier te bekijken." (Jacobs, 2005)
Creatief denken: divergeren en convergeren
Een vraagstelling/probleemstelling kan open of gesloten zijn. Voor gesloten problemen is er meestal maar één antwoord. Op open vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Het creatief denkvermogen wordt meestal gebruikt voor open probleemstellingen. Het antwoord op de problemen/vragen kan materieel (muziekstuk, tekst, kunstwerk…) of immaterieel (idee, concept, oplossing…) zijn. Door het creatief denkvermogen te gebruiken vindt men verschillende antwoordmogelijkheden (divergeren). Bij het divergeren is het belangrijk om niet stil te blijven staan bij de voor de hand liggende oplossingen. Om echte creatieve oplossingen te vinden, is het de bedoeling om patroon-doorbrekend te denken/werken. De gevonden antwoorden zal men kritisch bekijken en uit het gamma ideeën gaat men er enkelen of één selecteren (convergeren).
Diverse strategieën die het creatief denken stimuleren
Strategieën die creatief denken stimuleren zijn strategieën die helpen om divergent en convergent te denken. Het aantal strategieën dat hiervoor kan worden ingezet is legio. Wat op deze pagina wordt opgenomen is dus geen limitatieve lijst.
Verbindingen maken via de divergentiematrix
Verbindingen maken via de divergentiematrix
- Flexibel associëren – Waar doet dit mij allemaal nog meer aan denken?
De kunst van het flexibel associëren bestaat erin om snel na elkaar, bewust en ongeremd associaties in je te laten opkomen. - Analogieën herkennen – Welke overeenkomst neem ik waar?
Een analogie wordt gedefinieerd als een overeenkomst (die men als basis neemt voor een redenering). Er zijn makkelijk herkenbare analogieën (bijvoorbeeld dingen die dezelfde kleur hebben) en meer ingewikkelde analogieën (bijvoorbeeld dingen die dezelfde functie of eigenschap hebben). Het is vaak door onverwachte en verrassende analogieën dat men op onverwachte en verrassende ideeën komt. - Anders waarnemen – Wat kan dit nog meer zijn? & Wat gebeurt er als ik dit op een andere manier bekijk/waarneem?
Door anders naar de wereld te kijken, zie je nieuwe dingen. Het vraagt soms dat je andere zintuigen gaat gebruiken. Bijvoorbeeld: in plaats van enkel te kijken naar een stuk fruit kun je er ook eens aan ruiken of aan voelen. - Transformeren & deconstrueren – Waar kan dit allemaal in veranderen?
Door delen van het onderwerp te verwisselen, te vergroten, te verkleinen, uit te rekken, plat te slaan, te combineren… ontstaat er iets nieuws. Het onderwerp kan van alles zijn: een voorwerp, klei, deeg, een verhaal…
Uitstel van oordeel door lateraal te denken
De methode van de zes denkhoeden van Eduard de Bono kunnen een hulp zijn in het leren uitstellen van een oordeel. De Bono, één van de grondleggers van de theorieën over creatief denken, introduceerde de term lateraal denken voor het patroondoorbrekend denken. Lateraal denken is gebaseerd op het opnieuw (anders) ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan. Of nog: een probleem kent vaak een begin- en een eindsituatie. Het denkproces is het proces van het vinden van een weg van het begin naar de eindsituatie. Normaal is de mens geneigd om een zo recht mogelijke lijn te volgen van begin naar einde via bekende wegen. Als ergens in deze lijn een onmogelijkheid of een schijnbare onmogelijkheid zit, gooien veel mensen de hele oplossing weg om een nieuwe te zoeken. Iemand die lateraal denkt, gaat verder met de ingeslagen weg met de gedachte van "Stel dat het wel mogelijk zou zijn". Hierdoor ontstaat een middel om verder te kijken dan die positie waar het schijnbaar onmogelijk leek. Dit kan leiden tot geheel nieuwe inzichten.
Om dit denken te faciliteren heeft de Bono de, reeds vernoemde, methode van de zes denkhoeden ontwikkeld. Via deze methode wordt het denkproces opgesplitst in verschillende denkrollen of denkrichtingen die door gekleurde hoeden worden voorgesteld. Door samen te denken aan de hand van de hoeden wordt het oordeel uitgesteld en wordt het probleem vanuit verschillende gezichtspunten bekeken. Pas na al de gezichtspunten doorlopen te hebben (in eender welke volgorde), wordt een antwoord op de vraag/het probleem geformuleerd.
De methode van de zes denkhoeden van Eduard de Bono kunnen een hulp zijn in het leren uitstellen van een oordeel. De Bono, één van de grondleggers van de theorieën over creatief denken, introduceerde de term lateraal denken voor het patroondoorbrekend denken. Lateraal denken is gebaseerd op het opnieuw (anders) ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan. Of nog: een probleem kent vaak een begin- en een eindsituatie. Het denkproces is het proces van het vinden van een weg van het begin naar de eindsituatie. Normaal is de mens geneigd om een zo recht mogelijke lijn te volgen van begin naar einde via bekende wegen. Als ergens in deze lijn een onmogelijkheid of een schijnbare onmogelijkheid zit, gooien veel mensen de hele oplossing weg om een nieuwe te zoeken. Iemand die lateraal denkt, gaat verder met de ingeslagen weg met de gedachte van "Stel dat het wel mogelijk zou zijn". Hierdoor ontstaat een middel om verder te kijken dan die positie waar het schijnbaar onmogelijk leek. Dit kan leiden tot geheel nieuwe inzichten.
Om dit denken te faciliteren heeft de Bono de, reeds vernoemde, methode van de zes denkhoeden ontwikkeld. Via deze methode wordt het denkproces opgesplitst in verschillende denkrollen of denkrichtingen die door gekleurde hoeden worden voorgesteld. Door samen te denken aan de hand van de hoeden wordt het oordeel uitgesteld en wordt het probleem vanuit verschillende gezichtspunten bekeken. Pas na al de gezichtspunten doorlopen te hebben (in eender welke volgorde), wordt een antwoord op de vraag/het probleem geformuleerd.
|
SCAMPER-methode
De scamper methode werd ontwikkeld door Eberle (2008). Scamper is een letterwoord, samengesteld uit de eerste letters van substitute, combine, adapt, modify, put to another purpose, eliminate en reverse
De scamper methode werd ontwikkeld door Eberle (2008). Scamper is een letterwoord, samengesteld uit de eerste letters van substitute, combine, adapt, modify, put to another purpose, eliminate en reverse
- Substitute - Vervang onderdelen, materialen, voorwerpen….
- Combine - Wat is te combineren? Waar is synergie te vinden?
- Adapt - Voeg functies, zaken, natuurelementen… toe.
- Modify - Is het te vergroten, verkleinen of veranderen ?
- Put to another purpose - Waarvoor kan dit nog meer dienen?
- Eliminate - Verwijder delen, breng het terug naar de basisfunctie.
- Reverse - Is het om te draaien, binnenste buiten te keren of in een andere volgorde te plaatsen?
Visible Thinking Routines
Visible Thinking Routines zijn werkvormen waarbij leerlingen door de vraagstelling of de opdracht dieper gaan kijken en verder gaan denken. Deze werkwijze is niet specifiek voor lessen over kunst of breder over cultuur, maar is wel heel toepasselijk voor kunst- en cultuuronderwijs.
Harvard Graduate School of Education heeft binnen Project Zero verder onderzoek verricht. Meer informatie vind je in de video en via de website.
Harvard Graduate School of Education heeft het kader verder uitgewerkt tot Artful Thinking. In de PDF met de resultaten van dit onderzoek vind je de volledige lijst van werkvormen. Hieronder staan enkele voorbeelden.
Visible Thinking Routines zijn werkvormen waarbij leerlingen door de vraagstelling of de opdracht dieper gaan kijken en verder gaan denken. Deze werkwijze is niet specifiek voor lessen over kunst of breder over cultuur, maar is wel heel toepasselijk voor kunst- en cultuuronderwijs.
Harvard Graduate School of Education heeft binnen Project Zero verder onderzoek verricht. Meer informatie vind je in de video en via de website.
Harvard Graduate School of Education heeft het kader verder uitgewerkt tot Artful Thinking. In de PDF met de resultaten van dit onderzoek vind je de volledige lijst van werkvormen. Hieronder staan enkele voorbeelden.
Ga er middenin staan
Deze werkvorm stimuleert inlevingsvermogen. Ze voorziet vragen die het mogelijk maken om je in een bepaald perspectief in te leven.
Begin - midden - einde
Kies één van volgende vragen:
Kijken: twee maal tien
Deze werkvorm bestaat uit tweemaal aandachtig 30 seconden naar een beeld/voorwerp/filmfragment... te kijken of te luisteren (afhankelijk van de artistieke vorm).
De werkvorm kun je ook enkele malen na elkaar uitvoeren met verschillende beelden of geluidsfragmenten. Wanneer leerlingen nadien eigenschappen van de verschillende beelden/geluidsfragmenten met elkaar moeten combineren, zullen ze nog meer in staat zijn om tot een creatief eindresultaat te komen.
Denk, vraag, verken
Een beeld(fragment) wordt getoond of een audiofragment wordt gespeeld. De leerlingen antwoorden op volgende vragen:
• Wat denk je hierover te weten?
• Welke vragen heb je nog hierbij?
• Wat wil je verkennen door hiernaar te kijken?
Deze werkvorm helpt leerlingen om eerst na te gaan wat men weet. Vervolgens gaan leerlingen op zoek naar wat men nog niet weet en naar wat men graag zou willen weten.
Deze werkvorm stimuleert inlevingsvermogen. Ze voorziet vragen die het mogelijk maken om je in een bepaald perspectief in te leven.
- Wat ziet de persoon of het ding? Wat merkt hij/zij op vanuit zijn/haar gezichtspunt?
- Hoe interpreteert de persoon of het ding de werkelijkheid? Hoe geeft hij of zij betekenis? Hoe begrijpt hij of zij bepaalde thema's?
- Wat vindt de persoon of het ding waardevol? Waar gelooft hij of zij in? Waar vecht hij of zij voor?
- Welke vragen, moeilijkheden of onduidelijkheden draagt deze persoon of dit ding in zich?
Begin - midden - einde
Kies één van volgende vragen:
- Als dit beeld/voorwerp/gebeurtenis... het begin is, wat zal er dan vervolgens gebeuren?
- Als dit beeld/voorwerp/gebeurtenis... het midden is, wat is er dan al gebeurd? Wat zal er nadien gebeuren?
- Als dit beeld/voorwerp/gebeurtenis... het einde is, wat ging er aan vooraf?
Kijken: twee maal tien
Deze werkvorm bestaat uit tweemaal aandachtig 30 seconden naar een beeld/voorwerp/filmfragment... te kijken of te luisteren (afhankelijk van de artistieke vorm).
- stap 1: kijk/luister 30 seconden aandachtig. Noteer 10 woorden die je met het geziene/gehoorde associeert.
- stap 2: kijk/luister opnieuw 30 seconden aandachtig. Schrijf vervolgens nog eens tien woorden bij het geziene/gehoorde.
De werkvorm kun je ook enkele malen na elkaar uitvoeren met verschillende beelden of geluidsfragmenten. Wanneer leerlingen nadien eigenschappen van de verschillende beelden/geluidsfragmenten met elkaar moeten combineren, zullen ze nog meer in staat zijn om tot een creatief eindresultaat te komen.
Denk, vraag, verken
Een beeld(fragment) wordt getoond of een audiofragment wordt gespeeld. De leerlingen antwoorden op volgende vragen:
• Wat denk je hierover te weten?
• Welke vragen heb je nog hierbij?
• Wat wil je verkennen door hiernaar te kijken?
Deze werkvorm helpt leerlingen om eerst na te gaan wat men weet. Vervolgens gaan leerlingen op zoek naar wat men nog niet weet en naar wat men graag zou willen weten.
De lagen van een artistieke werk analyseren - deconstrueren en transformeren
Elk kunstwerk of het nu beeldend is, een performance of een muziekstuk -kortweg een artistiek werk-, het bestaat uit verschillende lagen. Door de lagen te analyseren leer je veel over het artistiek werk. Met aspecten van de lagen aan de slag gaan, helpt om iets nieuws te creëren.
Stap 1: Bekijk het beeld(fragment), het voorwerp... of beluister het audiofragment en probeer er de verschillende lagen in te ontdekken.
Mogelijke lagen zijn:
Stap 3: Herschik de elementen binnen de laag.
Stap 4: Creëer met de herschikte elementen iets nieuws. Eventueel doe je dat laatste door lagen met elkaar te verbinden.
Elk kunstwerk of het nu beeldend is, een performance of een muziekstuk -kortweg een artistiek werk-, het bestaat uit verschillende lagen. Door de lagen te analyseren leer je veel over het artistiek werk. Met aspecten van de lagen aan de slag gaan, helpt om iets nieuws te creëren.
Stap 1: Bekijk het beeld(fragment), het voorwerp... of beluister het audiofragment en probeer er de verschillende lagen in te ontdekken.
Mogelijke lagen zijn:
- De vertellende laag: het verhaal (verborgen of duidelijk zichtbaar), de (voor)geschiedenis, de boodschap …
- De esthetische laag: hoe appelleert het werk? Waarom is het waardevol? Wat is er nieuw, ongewoon, anders aan? ….
- De technische laag: Met welke techniek werd het gemaakt, waaruit werd het gemaakt / met welke instrumenten werd het gespeeld? welke vorm? welke structuur/ritme? Methode? Stroming?...
- De dynamische laag: hoe verrast het werk? Welke emoties wekt het op?...
- De verbindende laag: welke verbanden zie je met andere artistieke werken, met de geschiedenis, met jezelf, met…?
Stap 3: Herschik de elementen binnen de laag.
Stap 4: Creëer met de herschikte elementen iets nieuws. Eventueel doe je dat laatste door lagen met elkaar te verbinden.