Voorafgaande kanttekeningen
Cultuur in de Spiegel (CiS) is het resultaat van een theoretisch onderzoek. De basisideeën werden in een theoretisch kader geplaatst. CiS is dus een theorie en geen methodiek of tool om lessen inhoudelijk te vullen. Het wil duiden wat cultuur precies is en hoe cultuur tot ontwikkeling komt. De theorie werd gebaseerd op meerdere disciplines (van antropologie tot semiotiek). Bovendien is het een cognitieve cultuurtheorie, wat wil zeggen dat de focus ligt op mentale processen, op reflectie. CiS is niet enkel voor artistieke vakken bedoeld. Het is een theorie die van toepassing is op alle vakken.
CiS deelt kunst in bij de vorm van cultuur over cultuur waarbij men gebruik maakt van de verbeelding om de ervaring met aspecten van cultuur vorm en betekenis te geven. Of nog: kunst wordt gekoppeld aan de vaardigheid 'verbeelden'. In de artistieke vakken komen bij het omgaan met kunst alle vaardigheden van CiS aan bod en niet enkel het verbeelden. Meerdere doelstellingen impliceren dat leerlingen meerdere vaardigheden inzetten om de doelstellingen te bereiken.
CiS vertrekt van de cognitieve evolutie van een kind waarbij een kind eerst kan waarnemen, dan verbeelden, vervolgens conceptualiseren en ten slotte analyseren. Bij de artistieke vakken zullen we niet telkens de vaardigheden één na één aan bod laten komen. Ze zullen kriskras -d.w.z. in functie van de opdracht of afhankelijk van het artistieke proces- worden ingezet.
CiS deelt kunst in bij de vorm van cultuur over cultuur waarbij men gebruik maakt van de verbeelding om de ervaring met aspecten van cultuur vorm en betekenis te geven. Of nog: kunst wordt gekoppeld aan de vaardigheid 'verbeelden'. In de artistieke vakken komen bij het omgaan met kunst alle vaardigheden van CiS aan bod en niet enkel het verbeelden. Meerdere doelstellingen impliceren dat leerlingen meerdere vaardigheden inzetten om de doelstellingen te bereiken.
CiS vertrekt van de cognitieve evolutie van een kind waarbij een kind eerst kan waarnemen, dan verbeelden, vervolgens conceptualiseren en ten slotte analyseren. Bij de artistieke vakken zullen we niet telkens de vaardigheden één na één aan bod laten komen. Ze zullen kriskras -d.w.z. in functie van de opdracht of afhankelijk van het artistieke proces- worden ingezet.
Koppeling van de vaardigheden aan de 16de sleutelcompetentie: cultureel bewustzijn en culturele expressie
Voor het secundair onderwijs zijn alle eindtermen gegroepeerd binnen sleutelcompetenties.
De 16de decretale sleutelcompetentie ‘Cultureel bewustzijn en culturele expressie’ vertoont een sterke samenhang met de Europese sleutelcompetentie ‘Competenties inzake cultureel bewustzijn en culturele expressie’. Deze twee aspecten, cultureel bewustzijn en culturele expressie uit de sleutelcompetentie, zijn geëxpliciteerd in de bouwstenen. Bouwstenen zijn in deze context een noemer waaronder verschillende eindtermen worden gegroepeerd binnen een sleutelcompetentie.
Voor elke bouwsteen staan hieronder de belangrijkste accenten weergegeven. Elke bouwsteen wordt gekoppeld aan de erbij horende vaardigheden uit de theorie van CiS.
Uitingen van kunst en cultuur waarnemen en conceptualiseren - waarnemen en conceptualiseren
In de eindtermen die bij deze eerste bouwsteen horen, worden hulpmiddelen aangereikt zoals zintuigelijk waarneembare kenmerken, onderwerpen en bedoelingen van kunst- en cultuuruitingen. Hiermee kunnen leerlingen hun waarneming van kunst en cultuur verdiepen.
Uitingen van kunst en cultuur duiden in relatie tot de maatschappelijke, historische en geografische context waarin ze zich manifesteren - analyseren
De tweede bouwsteen beoogt dat leerlingen een mondiale blik op kunst en cultuur doorheen de tijd krijgen en aandacht hebben voor de hedendaagse culturele diversiteit. Kunst- en cultuuruitingen hebben een socialiserende rol: ze helpen je te oriënteren in maatschappelijke, historische en geografische contexten.
Het kenmerkende van cultuur zit in de betekenis die mensen aan hun ontmoeting met kunst- en cultuuruitingen geven. Omgaan met kunst en cultuur wordt daarom vooral gezien als een proces van omgaan met, interpreteren van en waarderen van de innerlijke en de omringende wereld. Daarbij gaat het om waarde hechten aan kunst- en cultuuruitingen, ze evalueren en er een eigen appreciatie of depreciatie over uitspreken.
Uitingen van kunst en cultuur beleven en de waardering ervoor duiden - waarnemen en conceptualiseren/verbeelden
De waardering voor kunst- en cultuuruitingen kan op verschillende manieren geuit worden, zowel talig als expressief. Door zelf een artistiek creatieproces te doorlopen kan de waardering voor de expressies van anderen genuanceerder beargumenteerd worden. Deze doelstellingen staan voorop bij de eindtermen onder de derde bouwsteen.
Verbeelding gericht inzetten bij het creëren van artistiek werk - verbeelden
Culturele expressie komt aan bod in een inhoudelijke bouwsteen ‘verbeelding gericht inzetten bij het creëren van artistiek werk’. De wederkerige verbinding en beïnvloeding tussen kennis, gevoel en lichaamservaring zijn kenmerkend voor creatieve processen. Het bewust beleven van die interactie tussen lichaam, gevoel en kennis tijdens het creëren draagt bij aan de persoonlijke ontplooiing.
Bij deze laatste bouwsteen wordt ook aandacht besteed aan het presenteren van het eigen werk. Het tonen van werk aan publiek is een belangrijk sluitstuk in het artistiek creatieproces. Dit betekent niet dat de leerlingen elk werk dat ze creëren ook daadwerkelijk moeten tonen. Hoe het publiek is samengesteld is de verantwoordelijkheid van de leraar die inschat hoe veilig of uitdagend het is voor de leerling om eigen werk te tonen. Wel is het de bedoeling dat de leerlingen een aantal presentatietechnieken en codes van het (zich) tonen leren gebruiken.
De 16de decretale sleutelcompetentie ‘Cultureel bewustzijn en culturele expressie’ vertoont een sterke samenhang met de Europese sleutelcompetentie ‘Competenties inzake cultureel bewustzijn en culturele expressie’. Deze twee aspecten, cultureel bewustzijn en culturele expressie uit de sleutelcompetentie, zijn geëxpliciteerd in de bouwstenen. Bouwstenen zijn in deze context een noemer waaronder verschillende eindtermen worden gegroepeerd binnen een sleutelcompetentie.
Voor elke bouwsteen staan hieronder de belangrijkste accenten weergegeven. Elke bouwsteen wordt gekoppeld aan de erbij horende vaardigheden uit de theorie van CiS.
Uitingen van kunst en cultuur waarnemen en conceptualiseren - waarnemen en conceptualiseren
In de eindtermen die bij deze eerste bouwsteen horen, worden hulpmiddelen aangereikt zoals zintuigelijk waarneembare kenmerken, onderwerpen en bedoelingen van kunst- en cultuuruitingen. Hiermee kunnen leerlingen hun waarneming van kunst en cultuur verdiepen.
Uitingen van kunst en cultuur duiden in relatie tot de maatschappelijke, historische en geografische context waarin ze zich manifesteren - analyseren
De tweede bouwsteen beoogt dat leerlingen een mondiale blik op kunst en cultuur doorheen de tijd krijgen en aandacht hebben voor de hedendaagse culturele diversiteit. Kunst- en cultuuruitingen hebben een socialiserende rol: ze helpen je te oriënteren in maatschappelijke, historische en geografische contexten.
Het kenmerkende van cultuur zit in de betekenis die mensen aan hun ontmoeting met kunst- en cultuuruitingen geven. Omgaan met kunst en cultuur wordt daarom vooral gezien als een proces van omgaan met, interpreteren van en waarderen van de innerlijke en de omringende wereld. Daarbij gaat het om waarde hechten aan kunst- en cultuuruitingen, ze evalueren en er een eigen appreciatie of depreciatie over uitspreken.
Uitingen van kunst en cultuur beleven en de waardering ervoor duiden - waarnemen en conceptualiseren/verbeelden
De waardering voor kunst- en cultuuruitingen kan op verschillende manieren geuit worden, zowel talig als expressief. Door zelf een artistiek creatieproces te doorlopen kan de waardering voor de expressies van anderen genuanceerder beargumenteerd worden. Deze doelstellingen staan voorop bij de eindtermen onder de derde bouwsteen.
Verbeelding gericht inzetten bij het creëren van artistiek werk - verbeelden
Culturele expressie komt aan bod in een inhoudelijke bouwsteen ‘verbeelding gericht inzetten bij het creëren van artistiek werk’. De wederkerige verbinding en beïnvloeding tussen kennis, gevoel en lichaamservaring zijn kenmerkend voor creatieve processen. Het bewust beleven van die interactie tussen lichaam, gevoel en kennis tijdens het creëren draagt bij aan de persoonlijke ontplooiing.
Bij deze laatste bouwsteen wordt ook aandacht besteed aan het presenteren van het eigen werk. Het tonen van werk aan publiek is een belangrijk sluitstuk in het artistiek creatieproces. Dit betekent niet dat de leerlingen elk werk dat ze creëren ook daadwerkelijk moeten tonen. Hoe het publiek is samengesteld is de verantwoordelijkheid van de leraar die inschat hoe veilig of uitdagend het is voor de leerling om eigen werk te tonen. Wel is het de bedoeling dat de leerlingen een aantal presentatietechnieken en codes van het (zich) tonen leren gebruiken.