Artistieke vorming in de tweede graad
Leerlingen groeien in kunst door te beschouwen, te creëren en te reflecteren. Wanneer leerlingen werken aan projecten of opdrachten voor Artistieke vorming, doorlopen ze een creatief proces. Bij de realisatie van het project of de opdracht zijn de bouwstenen, materialen en technieken van de gekozen artistieke vorm (audiovisuele media, beeld, dans, muziek, woord/drama) hun tools.
Artistieke vorming kan op verschillende manieren aangeboden worden in de tweede graad. Er zijn dan ook meerdere leerplannen. We zetten het geheel even op een rijtje en duiden de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende leerplannen.
Gebruikte afkortingen:
ArVo = het complementair leerplan Artistieke vorming
MEAV D = het leerplan Maatschappelijke Economische en Artistieke vorming voor de D-finaliteit.
MEAV D/A = het leerplan Maatschappelijke Economische en Artistieke vorming voor de dubbele finaliteit.
Beide leerplannen MEAV zijn geen geïntegreerde leerplannen. Het zijn wel leerplannen met drie afzonderlijke delen. Bij elk deel start men opnieuw de leerplandoelen te tellen. Het is aan de leraren om te bekijken of de delen wel of niet in samenhang worden aangeboden.
MAVO = het leerplan Maatschappelijke vorming. De leerplandoelen artistieke vorming zijn opgenomen in de rubriek artistiek en creatief.
Gebruikte afkortingen:
ArVo = het complementair leerplan Artistieke vorming
MEAV D = het leerplan Maatschappelijke Economische en Artistieke vorming voor de D-finaliteit.
MEAV D/A = het leerplan Maatschappelijke Economische en Artistieke vorming voor de dubbele finaliteit.
Beide leerplannen MEAV zijn geen geïntegreerde leerplannen. Het zijn wel leerplannen met drie afzonderlijke delen. Bij elk deel start men opnieuw de leerplandoelen te tellen. Het is aan de leraren om te bekijken of de delen wel of niet in samenhang worden aangeboden.
MAVO = het leerplan Maatschappelijke vorming. De leerplandoelen artistieke vorming zijn opgenomen in de rubriek artistiek en creatief.
De krachtlijnen
In elk leerplan staan krachtlijnen vermeld. Minimaal gaat het om leerlingen de verbeeldingskracht van kunst te laten beleven en ervan te laten genieten.
Leerlingen worden ondergedompeld in kunst door te beschouwen, te creëren en te reflecteren. Als leraar nodig je hen uit om zich door kunst te laten raken, van kunst te genieten. Dat vergt een open houding waarbinnen interactie, zintuigelijke waarneming en esthetisch bewustzijn centraal staan.
Leerlingen ontdekken de eigenheid en de verbeeldingskracht van artistieke vorm(en) zoals (audiovisuele) media, beeld, dans, muziek of woord/drama. Verbeelding is de rode draad in het creatief proces. Via verbeelding verzinnen leerlingen nieuwe contexten en creëren ze iets nieuw met bekende elementen.
Door het beschouwen, creëren en reflecteren geeft kunst zin en betekenis aan ‘ik’, ‘de ander’ en ‘de wereld’ (uniciteit in verbondenheid). Kunst doet leerlingen als mens breder en dieper denken, voelen en leven. Leerlingen ontwikkelen hun eigen talenten en leren omgaan met hun kwetsbaarheid, grenzen, dromen en groeikansen.
Leerlingen ontwikkelen het vermogen om hun eigen creatieve en expressieve opvattingen af te toetsen aan die van anderen. Ze ontwikkelen visie ten opzichte van kunst en cultuur en ontdekken hoe ze zich dankzij kunst en cultuur verhouden ten opzichte van anderen en de wereld.
Leerlingen worden ondergedompeld in kunst door te beschouwen, te creëren en te reflecteren. Als leraar nodig je hen uit om zich door kunst te laten raken, van kunst te genieten. Dat vergt een open houding waarbinnen interactie, zintuigelijke waarneming en esthetisch bewustzijn centraal staan.
Leerlingen ontdekken de eigenheid en de verbeeldingskracht van artistieke vorm(en) zoals (audiovisuele) media, beeld, dans, muziek of woord/drama. Verbeelding is de rode draad in het creatief proces. Via verbeelding verzinnen leerlingen nieuwe contexten en creëren ze iets nieuw met bekende elementen.
Door het beschouwen, creëren en reflecteren geeft kunst zin en betekenis aan ‘ik’, ‘de ander’ en ‘de wereld’ (uniciteit in verbondenheid). Kunst doet leerlingen als mens breder en dieper denken, voelen en leven. Leerlingen ontwikkelen hun eigen talenten en leren omgaan met hun kwetsbaarheid, grenzen, dromen en groeikansen.
Leerlingen ontwikkelen het vermogen om hun eigen creatieve en expressieve opvattingen af te toetsen aan die van anderen. Ze ontwikkelen visie ten opzichte van kunst en cultuur en ontdekken hoe ze zich dankzij kunst en cultuur verhouden ten opzichte van anderen en de wereld.
Koppeling van de culturele vaardigheden aan de leerplandoelstellingen
artistieke vorming - tweede graad
Als basis hebben we de leerplandoelen MEAV D genomen. Via de concordantietabellen hierboven kun je zien met welke doelen uit de andere leerplannen deze LPD overeenkomen. In het complementaire leerplan Artistieke vorming staan nog enkele leerplandoelen extra. Deze leerplandoelen zijn facultatief en zorgen ervoor dat het pakket artistieke vorming met meer diepgang bereikt wordt.
Werk je met het leerplan MAVO in de A-finaliteit? Dan kun je via de knop de website die specifiek voor dat leerplan is gemaakt raadplegen.
|
1 Beschouwen
LPD II-MEAV-dA1 - De leerlingen drukken hun interesse voor kunst- en cultuuruitingen uit.
Afbakening: De rol van empathie, aantrekkingskracht, aversie en respect. |
CiS: Waarnemen
|
CiS: Waarnemen
|
LPD II-MEAV-dA3 - De leerlingen tonen aan dat ze onderwerp en bedoeling van kunst- en cultuuruitingen op verschillende manieren kunnen waarnemen en interpreteren.
Afbakening: Multiperspectiviteit Gelaagdheid van interpretaties. |
CiS: analyseren
|
LPD II-MEAV-dA4 - De leerlingen analyseren hoe onderwerp , bedoeling en vormgeving elkaar onderling beïnvloeden in kunst .
|
CiS: analyseren
|
LPD II-MEAV-dA5 - De leerlingen verbinden onderwerp , bedoeling en vormgeving van kunstuitingen met de tijd, de ruimte en de maatschappelijke domeinen waarin ze voorkomen.
Afbakening: De invloed van waarden, normen en gewoontes, en het doorbreken ervan. |
CiS: analyseren
|
2 Creëren
LPD II-MEAV-dA6 - De leerlingen creëren artistiek werk vanuit hun verbeelding .
Afbakening: Koppelen van eigen onderwerp en bedoeling aan vormgeving (bouwstenen, materialen en technieken).Hanteren van enkele (basis)technieken van de gekozen artistieke vorm(en) . Strategieën die het creatief denken ( divergent en convergent denken) ondersteunen. Artistiek proces. |
CiS: verbeelden
|
3 Reflecteren
LPD II-MEAV-dA7 - De leerlingen drukken uit hoe kunst- en cultuuruitingen hun gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloeden.
Afbakening: De invloed van tijd en ruimte, persoonskenmerken en maatschappelijke context. |
CiS: analyseren
|
LPD II-MEAV-dA8 - De leerlingen drukken vanuit hun creatieve ervaringen hun waardering voor vormgeving en inhoud van kunst uit.
|
CiS: conceptualiseren
|
Artistieke vorming in de derde graad
Zodra de leerplannen voor de derde graad gekend zijn, zal deze pagina verder aangevuld worden.
Al benieuwd naar de eindtermen? Je kunt ze raadplegen op de website onderwijsdoelen.be via de knop hieronder.
Al benieuwd naar de eindtermen? Je kunt ze raadplegen op de website onderwijsdoelen.be via de knop hieronder.