Koppeling van de culturele vaardigheden aan de leerplandoelstellingen
artistieke vorming - eerste graad
Elk leerplandoel wordt op een bepaald beheersingsniveau bereikt (herziene taxonomie van Bloom door Krathwohl en Anderson). Deze taxonomie wordt voor alle eindtermen gebruikt. Door het gebruik van de herziene taxonomie van Bloom bij de formulering van de eindtermen/leerplandoelen worden deze operationeel en evalueerbaar.
Het CiS-kader heeft een andere bedoeling. Ook al bestaat dat deels ook uit werkwoorden -de cognitieve vaardigheden- en komt analyseren bij beide systemen voor, hebben deze werkwoorden een andere functie. Ze helpen, samen met de culturele dragers, om een culturele activiteit te koppelen aan het leerplandoel.
Het CiS-kader heeft een andere bedoeling. Ook al bestaat dat deels ook uit werkwoorden -de cognitieve vaardigheden- en komt analyseren bij beide systemen voor, hebben deze werkwoorden een andere functie. Ze helpen, samen met de culturele dragers, om een culturele activiteit te koppelen aan het leerplandoel.
1 Beschouwen
LPD 1 - *De leerlingen beleven een divers aanbod van cultuuruitingen via kunst.
|
CiS: Waarnemen
Bloom: / |
LPD 2 - De leerlingen nemen kunst- en cultuuruitingen waar met oog op het onderwerp en de bedoeling.
|
CiS: Waarnemen
Bloom: Begrijpen |
LPD 3 - De leerlingen onderscheiden via waarnemingen bouwstenen, materialen en technieken van kunst.
Afbakening: Het is belangrijk dat de leerlingen de basisterminologie van minstens twee artistieke vormen kennen. * Leerlingen zijn bereid om te reageren op opvattingen, gedrag, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën ... |
CiS: Waarnemen
Bloom: Begrijpen |
LPD 4 - De leerlingen onderzoeken hoe bouwstenen, bedoeling en onderwerp elkaar onderling beïnvloeden in kunst.
Afbakening: Gebruik criteria om de leerlingen gericht de onderlinge beïnvloeding van bouwstenen, bedoeling en onderwerp te laten beschrijven.* Leerlingen zijn bereid om te reageren op opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën … |
CiS: Analyseren
Bloom: Analyseren |
LPD 5 - *De leerlingen staan open voor kunst van eigen cultuur en andere culturen.
|
CiS: Waarnemen
Bloom: / |
LPD 6 - De leerlingen brengen kunstuitingen in verband met tijd, ruimte, maatschappelijke domeinen en meer in het bijzonder de cultuur waarin ze voorkomen.
|
CiS: Analyseren
Bloom: Analyseren |
LPD 7 - De leerlingen onderzoeken verbanden tussen verschillende artistieke talen.
|
CiS: Analyseren
Bloom: Analyseren |
LPD 8 - De leerlingen begrijpen de samenhang en beïnvloeding van media op zichzelf en op kunst.
|
CiS: Waarnemen
Bloom: Begrijpen |
LPD 9 - De leerlingen drukken hun gedachten en gevoelens uit bij het waarnemen van kunst- en cultuuruitingen.
Afbakening: Schenk daarbij aandacht aan de interactie tussen de waarneming enerzijds en de gedachten en gevoelens anderzijds. Manieren om gedachten en gevoelens uit te drukken: verwoorden, verbeelden, verklanken. |
CiS: Conceptualiseren
Bloom: Analyseren |
2 Creëren
LPD 10 - De leerlingen experimenteren in functie van een afgebakende opdracht met diverse bouwstenen, materialen en technieken van de verschillende artistieke vormen.
Afbakening: Schenk bij het experimenteren aandacht aan herhaling, variatie, contrast, samenhang, verwachting en verrassing. |
CiS: Verbeelden
Bloom: Toepassen |
LPD 11 - De leerlingen creëren in functie van een afgebakende opdracht persoonlijk artistiek werk waarbij ze gevoelens, ideeën of ervaringen uitdrukken.
Afbakening: Schenk bij het creëren aandacht aan herhaling, variatie, contrast, samenhang, verwachting en verrassing. |
CiS: Verbeelden
Bloom: Creëren |
LPD 12 - De leerlingen creëren in functie van een afgebakende opdracht artistiek werk vanuit de eigen verbeelding.
Afbakening: Het creëren wordt divers ingevuld: musiceren, improviseren, transformeren, beeldend werken, bewegen, voordragen, acteren, audiovisueel voorstellen … waardoor leerlingen op diverse manieren hun verbeelding kunnen inzetten. Daardoor zullen leerlingen regelmatig uit hun comfortzone moeten treden. * De leerlingen zijn bereid om een balans te zoeken tussen eigen voorkeuren en die van anderen die er mogelijk mee conflicteren. |
CiS: Verbeelden
Bloom: Creëren |
CiS: Verbeelden
Bloom: Creëren |
LPD 14 - De leerlingen hanteren in functie van een opdracht bouwstenen, (basis)technieken en materialen van diverse artistieke vormen.
|
CiS: Verbeelden
Bloom: Toepassen |
CiS: Verbeelden
Bloom: Toepassen |
LPD 16 - De leerlingen gebruiken diverse aangereikte strategieën die het creatief denken stimuleren.
Afbakening: Leerlingen maken in functie van het artistiek handelen gebruik van - strategieën voor divergent en convergent denken; - variëren in en combineren van bouwstenen; - werkwijzen om ideeën en inspiratie te verzamelen zoals verzamelen objecten, grafisch weergeven, documenteren … * De leerlingen zijn bereid om een balans te zoeken tussen eigen voorkeuren en die van anderen die er mogelijk mee conflicteren. |
CiS: Verbeelden
Bloom: Toepassen |
LPD 17 - De leerlingen reflecteren en communiceren over het eigen artistiek proces en product en over dat van medeleerlingen.
Afbakening: Aan de hand van aangereikte criteria. Schenk bij het reflecteren aandacht aan herhaling, variatie, contrast, samenhang, verwachting en verrassing. Bij het reflecteren komen de volgende aspecten aan bod: - leerlingen lichten hun artistieke keuzes toe; - ze drukken uit wat wel of niet werkt; - ze verwerken feedback in hun artistiek werk; - ze reflecteren over de eigen artistieke mogelijkheden. * De leerlingen zijn bereid om een balans te zoeken tussen eigen voorkeuren en die van anderen die er mogelijk mee conflicteren. |
CiS: Analyseren
Bloom: Analyseren |
LPD 18 - De leerlingen uiten hun waardering over kunst- en cultuuruitingen vanuit hun eigen unieke expressieve ervaringen.
Afbakening: Manieren om gedachten en gevoelens uit te drukken: verwoorden, verbeelden, verklanken. * De leerlingen zijn bereid om een balans te zoeken tussen eigen voorkeuren en die van anderen die er mogelijk mee conflicteren. |
CiS: Analyseren
Bloom: Analyseren |
LPD 19 - *De leerlingen erkennen het belang van waargenomen kunst- en cultuuruitingen voor zichzelf en voor de eigen leefwereld.
|
CiS: Conceptualiseren
Bloom: / |
De culturele dragers als hulpmiddel om interdisciplinair te werken
Om het leerplan artistieke vorming met meer diepgang te bereiken, wordt verwacht dat doorheen de opdrachten wordt gezocht naar verbinding tussen (minstens) twee artistieke vormen. De artistieke vormen zijn beeld, dans, media, muziek, woord/drama. Er wordt dus verwacht dat leerlingen interdisciplinair aan de slag gaan.
Interdisciplinair werken kan op verschillende manieren. Of nog: artistieke vormen kunnen op verschillende manieren gecombineerd worden. Ze kunnen elkaar beïnvloeden, elkaar verrijken, met elkaar samenvloeien door onder meer:
Interdisciplinair werken kan op verschillende manieren. Of nog: artistieke vormen kunnen op verschillende manieren gecombineerd worden. Ze kunnen elkaar beïnvloeden, elkaar verrijken, met elkaar samenvloeien door onder meer:
- wat wordt waargenomen in één artistieke vorm omzetten in een andere artistieke vorm.
- het (tussen)resultaat in één artistieke vorm omzetten in een andere artistieke vorm.
- twee artistieke vormen met elkaar laten samensmelten.
- het resultaat van een artistieke vorm presenteren via een andere artistieke vorm.
De culturele dragers (lichaam, voorwerp, taal, grafische tekens) zijn een hulp om interdisciplinair te werken. Iedere culturele vaardigheid heeft een favoriet medium: waarneming kan alleen dankzij de zintuigen (lichaam), de verbeelding krijgt vorm in voorwerpen, begrippen (conceptualiseren) bestaan dankzij taal en voor het inzicht in structuren (analyseren) zijn grafische symbolen noodzakelijk. Het bewust nadenken over de culturele dragers van een artistieke vorm en het wisselen tussen de dragers zal het interdisciplinair werken bevorderen.
Een voorbeeld: muziek staat genoteerd in notenschrift. Maar hoe klinkt de muziek wanneer er geen noten staan maar kleine tekeningen? Of nog: hoe voeren we een grafische partituur uit?
Een voorbeeld: muziek staat genoteerd in notenschrift. Maar hoe klinkt de muziek wanneer er geen noten staan maar kleine tekeningen? Of nog: hoe voeren we een grafische partituur uit?